Jaaroverzicht 2018

Al weer een jaar verder, en ondanks dat ik een stuk minder de tijd had om naar buiten te gaan op zaterdagen, was het, met vooral meerdere reizen naar Frankrijk, weer een heel mooi jaar buiten!

Ondanks een hele rits aan goede soorten in Nederland dit jaar, kon ik de meerderheid ervan niet zien. Zo werden er weer drie nieuwe soorten voor Nederland gezien: eerst een Sporenkievit; echter een nogal twijfelachtige soort waarvan er vaak exemplaren ontsnapten, dus het is nog maar de vraag of het CDNA deze aanvaardt. En als tweede een Grijswangdwerglijster, die in november in de Haagse duinen werd opgeraapt en nooit twitchbaar was. In december werd er in Rhoon een Oostelijke Gele Kwikstaart gevonden, die precies in de weekenden gezien werd dat ik er niet heen kon… Verder ook hele gave soorten als een Roodoogvireo, Kuhls Pijlstormvogel, Kleine Zwartkop, Cirlgors, Balkankwikstaart en Ross’ Meeuw, maar bij geen van deze soorten had ik de tijd of mogelijkheid (of het geluk, in het geval van de Kuhls…) erheen te gaan. Ach, dat hoort er een beetje bij, toch?

Wél had ik, al op 6 januari, dan m’n 300e soort: Een Waterspreeuw, die zich geweldig mooi foeragerend liet zien in Papendrecht. Altijd al een soort geweest die ik heel gaaf vond, dus een mooie om als mijlpaal te hebben! Al een maand later zag ik overigens een tweede in de Amsterdamse Waterleidingduinen!

Zwartbuikwaterspreeuw; White-throated Dipper; Cinclus cinclus (cinclus)

Zwarbuikwaterspreeuw; White-throated Dipper; Cinclus cinclus (cinclus)

Al ver in het voorjaar lukte de volgende nieuwe soort, maar dan ook wél direct één van de beste van het afgelopen jaar: een Kleine Klapekster bij Bergambacht liet zich echt geweldig zien! Ook deze was constant aan het foerageren, en dat vlak boven ons, constant kevers enzo vangend. Hij roept zelfs regelmatig!

Kleine Klapekster; Lesser Grey Shrike; Lanius minor

Al twee dagen later sta ik te luisteren naar mijn volgende nieuwe soort. Inderdaad, te luisteren, want zien, dat lukt niet bij deze Kwartelkoning. ‘s Ochtends vroeg blijft deze, van helemaal niet ver, roepen in de uiterwaarden bij Wageningen. Een heel vreemd geluid is het wel, maar wel heel leuk om een keer te horen. Hoewel ik ze graag ook nog wel een keertje echt zie!

De rest van de tijd ben ik óf veel in het buitenland, of zit alles wat gevonden wordt wel érg ver weg, zoals bijvoorbeeld de Cirlgors bij Budel. Eigenlijk geldt dat ook voor het najaar, waar het er lang op lijkt dat ik geen één nieuwe soort ga hebben. Totdat er op 19 november een Notenkraker gevonden wordt bij het studentencomplex aan de Marijkeweg in Wageningen, waar ik sinds de zomer woon! Deze droomsoort, die ik van de vakantie in de Alpen kort voor het eerst gezien had, vind ik binnen een paar minuten na de eerste melding samen met een paar anderen terug, waarna zo ongeveer heel vogelend Nederland er van kan genieten. Want ook nu zit hij er nog gewoon, nog steeds even handtam (letterlijk!) als eerst. Geweldig!

Notenkraker; Spotted Nutcracker; Nucifraga caryocatactes

Notenkraker; Spotted Nutcracker; Nucifraga caryocatactes

Notenkraker; Spotted Nutcracker; Nucifraga caryocatactes

Vlinders en libellen kom ik niet heel veel aan toe dit jaar. Het levert dan ook maar van beide groepen twee nieuwe soorten op: eind mei zie ik bij Renkum een Bruine Vuurvlinder en een Koninginnenpage, en het Renkums Beekdal levert in juli ook twee nieuwe libellen op, namelijk Zuidelijke Oeverlibel en Tengere Grasjuffer. Die laatste hebben we een weekje later overigens ook in Waddinxveen!

Tijdens de keren dat ik in het buitenland zit (drie keer; Wimereux, Pyreneeën en Alpen), gaat het echter een stuk harder met nieuwe soorten! In Wimereux heb ik geen nieuwe vogelsoorten (wel Noordse Stormvogels, een Hondshaai en een enorme Grote Spinkrab). Tijdens de Pyreneeën-excursie voor m’n studie, twee weken lang, gaat het dan wél heel hard! Met acht nieuwe vogelsoorten, 22 vlinders en twee nieuwe libellen was het eindresultaat natuurlijk geweldig, niet te vergeten ook de Aspisadder. Hoogtepunten aan vlinders waren bijvoorbeeld Vetkruidblauwtje, Bleek Hooibeestje, Snuitvlinder en verschillende soorten pages. De eerste van twee weken leverde qua vogels al hele gave nieuwe soorten op, met Zwarte Spreeuwen, Scharrelaar, Vale Gierzwaluwen en als hoogtepunt een prachtige Kuifkoekoek! Vervolgens zitten we de tweede week hoger in de bergen, en dit levert prachtige nieuwe soorten als Alpenkauw, Alpenheggenmus, Steenarend en, absoluut het hoogtepunt van de hele reis, een Lammergier, die we in Andorra vlak over ons heen hebben vliegen!

Kuifkoekoek; Great Spotted Cuckoo; Clamator glandarius

Aspisadder; Asp Viper; Vipera aspis

Alpenheggenmus; Alpine Accentor; Prunella collaris

Lammergier; Bearded Vulture; Gypaetus barbatus

Anderhalve maand later zit ik alweer drie weken in de bergen, nu in de Franse Alpen. Duidelijk dat de meeste nieuwe vogelsoorten al weg zijn na de Pyreneeën, maar met een Rode Rotslijster op één van de laatste dagen, en Italiaanse Mussen haal ik er toch nog twee uit. Ook nu weer gaat het hard met de aantallen vlinders (20 nieuwe), en dat levert ook een aantal mooie bergsoorten op, zoals Balkanparelmoervlinder, Bergerebia en Bergluzernevlinder. Ook het Zuidelijk Dambordje, zelfs een goede soort voor de regio, is een leuke nieuwe. Ook hier zie ik met Tangpantserjuffers en Venglazenmaker weer twee nieuwe libellensoorten. De Alpenmarmotten en Alpengemzen die we met regelmaat zien, zijn uiteraard ook erg gaaf. Voor de linkjes, zie hier: Week 1, week 2 en week 3.

Keizersmantel; Silver-washed Fritillary; Argynnis paphia

Alpenmarmot; Alpine Marmot; Marmota marmota

Italiaanse Mus; Italian Sparrow; Passer italiae

Rode Rotslijster; Common Rock Thrush; Monticola saxitilis

Naast al deze nieuwe soorten in binnen- en buitenland, zag ik uiteraard ook nog genoeg andere gave soorten die ik al wel eerder had, maar nog steeds mooi blijven om te zien, zoals Woudaapjes bij Zevenhuizen, een Zeearend recht over m’n kamer in Wageningen, meerdere Bladkoningen in het najaar, een Kleine Burgemeester midden in Utrecht en Grote Kruisbekken in de duinen bij IJmuiden. Maar ook gewonere soorten die zich prachtig laten zien, buiten zijn blijft hoe dan ook gewoon genieten!

Rietgors; Reed Bunting; Emberiza schoeniclus

Fluiter; Wood Warbler; Phylloscopus sibilatrix

Klapekster; Great Grey Shrike; Lanius excubitor

Woudaap; Little Bittern; Ixobrychus minutus

Uiteraard heb ik ook in Waddinxveen weer aardig wat gevogeld. Wel is het te merken dat ik veel in Wageningen ben en druk ben met studie, want ik zag ‘maar’ 130 soorten dit jaar binnen de gemeentegrenzen, waar ik in 2015 nog tot 153 soorten kwam. Van die 130 waren er drie bij die voor mij binnen de gemeente nieuw waren. Opvallend genoeg allemaal in de wintermaanden; na februari was het over. De eerste, en sowieso beste soort, was de Grote Burgemeester, een soort die we nooit hadden verwacht in Waddinxveen te gaan zien. Eerst in het Gouwebos en de Voorofsche Polder, een paar weken later zat ‘ie zelfs vlakbij m’n huis op de steiger van de Petteplas!

9 februari zag ik dan in het Weegje een Witoogeend. Deze was wel min of meer te verwachten, maar toch een hele lekkere om binnen de gemeente te hebben. Ook de derde nieuwe was een eend: een Nonnetje. Deze zat vooral in het Gouwepark, net buiten Waddinxveen, maar vloog zo af en toe ook naar ‘t Weegje, waar ik hem ook zag.

Nieuwe vlinders lukten dit jaar niet in Waddinxveen, maar van de libellen kon ik wél twee nieuwe soorten bijschrijven. Half juli vond Martin Harskamp op de Triangel meerdere Tengere Grasjuffers, die heel simpel en mooi te zien waren. Het bleken er zelfs ongeveer twintig te zijn! Een goede maand later zat een Vuurlibel in het Gouwebos. Deze was vrij lastig te vinden, maar liet zich toch even kort zien. Ook zo’n soort die de laatste jaren sterk toeneemt in de omgeving en dus wel te verwachten was, maar je zult hem maar hebben!

Verdere goede soorten binnen de grenzen van Waddinxveen waren bijvoorbeeld een Visarend in het Bentwoud, een Geelgors op de Triangel, een Zwarte Wouw zo boven de auto bij de Petteplas en de spectaculaire opkomst van Cetti’s Zanger in ‘t Weegje, waar soms meer dan vijf verschillende vogels werden gehoord!

Grote Burgemeester; Glaucous Gull; Larus glaucoides

Witoogeend; Ferruginous Duck; Aythya nyocra

Dan, nog even wat cijfertjes voor de statistieken. Dit jaar zag ik relatief weinig soorten. Waar ik eerdere jaren met relatief gemak boven de 200 kwam, heb ik er dit jaar ‘maar’ 194, waarvan 130 in Waddinxveen. In totaal heb ik nu in Nederland 303 soorten vogels, 41 soorten libellen en 37 dagvlinders. Nu ik langzaam ook aan nachtvlinders aan het beginnen ben, zit ik ook op 151 soorten van die soortgroep. Eens kijken hoe dat de komende tijd gaat bevallen. Wat betreft Waddinxveen zit ik nu op 185 soorten vogels, 18 dagvlinders en 24 libellen. Internationaal gaan na dit jaar vooral de vlinders er goed op vooruit, met nu 125 soorten. Van vogels heb ik er nu 338, van libellen 58.

Een mooi jaar weer dus, en nu weer zien wat 2019 gaat brengen. Met vrienden gaan we een soort van zelfontdekranglijstje bijhouden, dus laten we hopen dat dat ook wat leuke zelfontdeksoorten op gaat leveren! Tot volgend jaar weer!

Zonsopkomst boven de Alpen; Sunrise above the Alps

Nog meer Notenkraker

22 november – 20 december 2018

Nadat ik de eerste drie dagen al aardig wat tijd besteed had aan de Notenkraker in Wageningen, kon ik het in de maand erna niet laten er regelmatig langs te gaan. Als je er dan toch naast woont… Het geeft nog heel wat leuke mogelijkheden voor foto’s, en regelmatig probeerde ik weer wat leuks ervan te maken. Ook op moment van schrijven, zo vlak voor Kerst, zit hij er nog steeds, volop bezig met de nootjes. Zo vliegt hij nog steeds regelmatig terug naar het balkon waar hij gevonden werd, waar hij blijkbaar enorm veel nootjes verzameld heeft. Die stopt ‘ie dan weer onder de blaadjes op een grasveld, waar hij letterlijk onder je door loopt. Geniaal! Jammer is dat de fotografen wel heel nadrukkelijk aanwezig zijn met hun opstellingen en meegebrachte nootjes, tja… Ach, het blijft een heel gaaf beest om te zien! En nu nog een keer met sneeuw, dat zou helemaal top zijn!

Notenkraker; Spotted Nutcracker; Nucifraga caryocatactes

Notenkraker; Spotted Nutcracker; Nucifraga caryocatactes

Notenkraker; Spotted Nutcracker; Nucifraga caryocatactes

Notenkraker; Spotted Nutcracker; Nucifraga caryocatactes

Notenkraker; Spotted Nutcracker; Nucifraga caryocatactes

Rustig najaar, met wel leuke soortjes

1 september – 24 oktober

Misschien wel de meest spannende tijd van het jaar om te gaan vogelen, maar dit jaar valt het qua echte knallers wat tegen. Geen één nieuwe nog, en ook landelijk valt het qua echt hele goede soorten nog wel mee. Uiteraard ben ik wel regelmatig buiten, en dat levert wél wat leuke dingetjes op.

Zo is de telpost en het Bentwoud begin september best leuk om af te vogelen, met als hoogtepunt een overvliegende Visarend in het Bentwoud. Ook een nogal late Spotvogel op 1 september is leuk, wat ook geldt voor meerdere Grauwe en Bonte Vliegenvangers, beide toch ook niet bijzonder makkelijk in Waddinxveen. Ook het hoge aantal Paapjes en Tapuiten valt op. Van die laatste zien we er op 8 september zelfs 41 bij elkaar rond de telpost, bizar veel voor hier.

Visarend; Osprey; Pandion haliaetus

22 september zit de wind in de goede hoek voor zeetrek, en dus besteed ik samen met een vriend de dag bij Bloemendaal. Het valt wat tegen voor wat we verwacht hadden, zeker omdat alles zeer ver weg vliegt, maar met zes Kleine Jagers, een Grote Jager en wat Dwergmeeuwen is het niet voor niets geweest. Een vroege Bladkoning in de duinen is een leuke bonus dan.

Nog diezelfde week levert een rondje door de uiterwaarden bij Wageningen zowaar een Europese Kanarie op, die volop roepend recht over me heen vliegt. Altijd een leuke soort om te hebben.

Uiteraard breng ik ook weer wat tijd door met trektellen vanaf het Schravenwildertpad. Het is nog niet heel spectaculair dit najaar, maar we slepen er wel wat dagrecords uit. Zo zijn de 1354 Graspiepers op 29 september het hoogste aantal ooit. Ook 19 oktober levert met 803 Aalscholvers, 174 Kauwen en 444 Houtduiven nog drie dagrecords op. Dat is altijd leuk. Een Bladkoning kon niet uitblijven, en die roept dan ook op 29 september vanuit de tuin. Ook de Smellekens zijn weer present met minimaal één elke telling, en ook een aantal ter plaatse rondhangend.

Dat vaak omhoog kijken loont, blijkt op 30 september. Als ik het balkon van m’n kamer in Wageningen op stap, zie ik een groot, rechthoekig ding vliegen. Camera erop, en het blijkt, zoals gedacht, een Zeearend! Altijd leuk, werd wel weer eens tijd na een jaar of drie zonder enkele zeearend. Een goede week later op 10 oktober, laat, ook in Wageningen, een Bladkoning zich leuk zien, gewoon in de tuin van een vriend.

Zeearend; White-tailed Eagle; Haliaeetus albicilla

Bladkoning; Yellow-browed Warbler; Phylloscopus inornatus

Bladkoning; Yellow-browed Warbler; Phylloscopus inornatus

Naast tellen op het Schravenwildertpad, doe ik samen met een vriend van m’n studie hetzelfde op 23 oktober in de Blauwe Kamer. De koperwieken gaan, met uiteindelijk duizend in drie uur, toch nog redelijk. Verder is het niet veel, maar met onder andere een Waterpieper, 5 Grote Zaagbekken en vooral een rondhangende Klapekster is het toch leuk vogelen. Een rondje door de uiterwaarden van Wageningen levert zowaar zelfs nog vijf Bokjes op! Ook altijd een gave soort, hoewel het ook nu weer niet lukte ze in zit te vinden… In ieder geval wel wat leuke soorten dus, nu nog wachten op hopelijk nog die ene goede soort.

Klapekster; Great Grey Shrike; Lanius excubitor

Bokje; Jack Snipe; Lymnocryptes minimus

Eindelijk mooie Beflijsters

Vrijdag 6 april 2018

Sommige soorten willen gewoon niet. Geen idee waar het aan ligt, maar die laten zich gewoon nooit echt mooi zien, ook al heb je ze al vaak zat gezien. Beflijsters bijvoorbeeld. Een soort die broedt in Scandinavië, Centraal- en Oost-Europa, waarvan wij tijdens de trektijd de Scandinavische vogels te zien krijgen. Altijd waren het of overvliegende vogels die zich moeilijk lieten zien, of ze zaten ver weg of ze vlogen net op als ik er één zag. Eigenlijk verwacht ik er dan ook niets van, van mijn poging om Beflijsters te gaan zoeken in de uiterwaarden vanavond.

Echter, het lijkt al snel best wel goed te gaan lukken. Een goede honderd meter vanaf de steenfabriek foerageren drie mannetjes. Ze zijn vrij schuw, maar laten zich wel redelijk leuk bekijken. Ondertussen scoor ik ook m’n eerste Fitis, Zwartkop en Boerenzwaluw van het jaar, leuk! Op een gegeven moment lukt het me om één van de drie verrassend genoeg dicht te naderen als hij in een boompje zit. Geen idee waarom, maar hij blijft zowaar zitten, waardoor ik hem op een tiental meter afstand werkelijk fantastisch kan bekijken! Wow, dit had ik niet verwacht. Echt alle ‘schubjes’ zijn één voor één te zien. Beter ga je het niet krijgen toch?!

Beflijster; Ring Ouzel; Turdus torquatus

Beflijster; Ring Ouzel; Turdus torquatus

Een rondje door de Bovenpolder levert me verder nog een Pontische Meeuw op, terwijl de blauwborsten helaas geen thuis geven. Op de terugweg nog maar een keer langs de Beflijsters, en nog steeds laten ze zich prachtig zien. Nu zijn ze ook al foeragerend vrij dicht te benaderen. Wat ongelooflijk gaaf zeg, dit is toch een stuk beter dan wat ik me voorstelde bij het zien van Beflijsters!

Beflijster; Ring Ouzel; Turdus torquatus

Beflijster; Ring Ouzel; Turdus torquatus

Beflijster; Ring Ouzel; Turdus torquatus

Jaaroverzicht 2017

Zo op de laatste dag van het jaar 2017 volgt er als vanouds weer een jaaroverzicht van het afgelopen jaar. Een jaar met geweldig veel mooie waarnemingen en heel wat nieuwe soorten!

Al op 4 januari heb ik m’n eerste nieuwe soort van het jaar, en op wat voor een manier: bij de Brouwersdam sluit ik een dag vogelen af met een zelfgevonden Zwarte Zeekoet! Veel betere manieren om een nieuwe soort te zien zijn er niet! Vijftien dagen later al zag ik eindelijk mijn eerste Kerkuil, die vlak bij mijn oude kamer in Wageningen ‘s avonds laat voor me uitvloog. Heel gaaf, en eindelijk dus in Nederland na deze soort al in België en Frankrijk gezien te hebben.

Begin februari had ik al vier nieuwe soorten: een dag vogelen langs de Zuid-Hollandse kust leverde onder andere twee nieuwe soorten op. Bij Scheveningen pikte ik de laatste graantjes mee van een spectaculaire invasie Burgemeesters: naast vijf Grote Burgemeesters (die ik ook nog maar één keer eerder had) zaten er ook vier Kleine Burgemeesters, die met het grootste gemak te benaderen waren. Via een Taigaboomkruiper en Dwerggorzen zag ik aan het einde van de dag óók nog een Siberische Taling bij Noordwijk, een bizar mooi eendje, maar wel op vrij grote afstand. Een geweldige dag dus, en sowieso lang geleden dat ik twee nieuwe soorten op één dag had.

hc4a6628-2

Kleine Burgemeester; Iceland Gull; Larus glaucoides

April bewees maar weer eens dat ook vogelen in Waddinxveen spectaculaire dingen op kan leveren. Achteraf is de Steppekiekendief die maandenlang rond Waddinxveen rondhing veruit het hoogtepunt van 2017. De stress in de trein toen de eerste melding kwam, de opluchting toen ik hem terugvond, het genieten terwijl hij baltsend naar beneden buitelde: ronduit fantastisch!

13298012

Steppekiekendief; Pallid Harrier; Circus aeruginosus

Het voorjaar was inderdaad nog niet voorbij: in mei zag ik rond Wageningen weer twee nieuwe soorten. Eerst op de Ginkelsche Heide (Ede), waar twee Roodpootvalken rondhingen. 10 mei zag ik het mannetje, supergaaf. Overigens zag ik 23 september tijdens een weekend van mijn vereniging nóg een roodpootvalk, dit keer een juveniele vogel.

Dezelfde maand nog, 25 mei, zat ik met een aantal ook vogelende vrienden op Planken Wambuis, waar een zingend (!) mannetje Kleine Vliegenvanger zat. Om dit geval een beetje stil te houden, heb ik er geen blog aan gewijd, maar met wat moeite lukte dit schattige vogeltje wel. Echter, ondanks dat hij constant zong, kregen we hem nauwelijks mooi te zien. Ach, het was een gezellig dagje vogelen, dat telt ook. Dit was overigens direct mijn 290e soort!

Pas in het najaar volgde weer een nieuwe soort, en dat luidde direct een prachtig najaar in. Alweer bleek Wageningen een prima omgeving te zijn om te vogelen: 29 september werd er in de Bovenpolder een Siberische Boompieper gevonden. ‘s Avonds kon ik net een gaatje vinden, maar een echt spectaculaire waarneming werd het niet. Een paar keer het roepje goed gehoord en een paar keer redelijk gezien in vlucht, daar bleef het ook wel bij.

Hetzelfde gold eigenlijk ook wel voor de Roodkeelpieper, die begin oktober tijdens een excursie in het Arboretum (óók al in Wageningen) over kwam vliegen. Het betekende echter wél dat ik nu alle in Nederland geziene piepers heb, toch ook wel een leuk feitje.

20 oktober profiteerde ik op de Edese Heide van een invasie Grote Kruisbekken. Na de influx van 2012/2013, waarvan ik niet kon profiteren, lukte dat nu des te beter. Een groepje van minstens vier vogels liet zich regelmatig erg leuk zien, waarbij alle kenmerken (zware roep, snavel en nek) goed te bekijken waren. Leerzaam, en nog een nieuwe soort ook!

Grote Kruisbek (mannetje); Parrot Crossbill (male); Loxia pytyopsittacus

Grote Kruisbek (vrouwtje); Parrot Crossbill (female); Loxia pytyopsittacus

28 oktober was qua aantal nieuwe soorten veruit de beste dag van het jaar. Geen twee, maar zelfs vier nieuwe soorten was het eindresultaat van een dag zeetrektellen bij Katwijk! Strandleeuwerik, Grote Jager, Kleine Jager en Vaal Stormvogeltje kwamen allemaal voorbij. Geen slecht resultaat voor een zeetrektelling, en dan blijft er nog genoeg over voor een volgende keer.

Vaal Stormvogeltje; Leach’s Storm Petrel; Oceanodroma leucorhoa (Foto: Thijs Schipper)

Met 297 soorten op de teller begon de 300 steeds meer in zicht te komen, en dat aantal kwam nog maar eens dichterbij op 4 november, toen ik met alle moeite van de wereld twee Bruine Boszangers bij Houten twitchte. Eindelijk een keer een echte OV-twitch, wat zeker voor herhaling vatbaar is. Ok, echt goed zag ik ze niet, maar hoe vaak heb je nou twee brubo’s in het binnenland?!

#299 was een Woestijntapuit op Schiphol, met alle dank aan Daniel Benders. Niet een hele romantische locatie voor een nieuwe soort, maar mooi was de vogel zeker wel! En zo’n zeldzame vogel naast een landingsbaan, het heeft eigenlijk ook wel wat.

Woestijntapuit; Desert Wheatear; Oenanthe deserti

De 300 werd dan uiteindelijk net niet gehaald. Dat blijft dan een mooi doel voor volgend jaar, want dan kan het niet anders dan dat ik wél aan de 300 soorten ga komen. Naast alle nieuwe soorten in Nederland, was het voor Waddinxveen een beetje een gek jaar. Nu ik in Wageningen zit, moet ik maar hopen dat ik niet te veel mis. Dat gebeurde wel eens, met bijvoorbeeld krombekstrandloper en zilverplevier. Daar tegenover staan echter wel vier nieuwe soorten: naast uiteraard de Steppekiekendief die voor Waddinxveen nieuw was, leverde ook de Voorofsche Polder weer wat op in de vorm van een Kleine Strandloper. Ook het tellen vanaf de telpost had met een Kruisbek en zelfs een Geelgors genoeg leuks in petto. Verder mag mijn zelfgevonden Ortolaan van de Triangel ook niet onderbelicht blijven natuurlijk, ondanks dat we deze al hadden in Waddinxveen. Het blijft natuurlijk een supersoort, zeker in het binnenland en om zelf te vinden!

Ortolaan; Ortolan Bunting; Emberiza hortulana

Geelgors; Yellowhammer; Emberiza citrinella

Ook in de vlinders zag ik aardig wat leuke nieuwe soorten: een excursie naar De Bruuk leverde tientallen Zilveren Manen op, in de Amsterdamse Waterleidingduinen lukten zowel Kleine als Duinparelmoervlinder, in Meijendel zag ik eindelijk het Oranje Zandoogje, en ik zag de Wageningse specialiteit: Sleedoornpage, wat een mooie vlinder! De Zuidelijke Keizerlibel was dan weer de enige nieuwe libellensoort dit jaar, maar hiervan zag ik er, samen met mijn opa, dan wel direct een stuk of zes in de AWD. Zo zit ik in Nederland op 35 soorten dagvlinders en 39 libellen, dus er is nog genoeg te zien de komende jaren.

Zilveren Maan; Small Pearl-bordered Fritillary; Boloria silene

Duinparelmoervlinder; Niobe Fritillary; Argynnis niobe

Sleedoornpage; Brown Hairstreak; Thecla betulae

HC4A9874 (2)

Zuidelijke Keizerlibel; Lesser Emperor; Anax parthenope

Naast al deze nieuwe soorten, zag ik in Nederland nog genoeg moois wat niet nieuw was, maar wel minstens net zo gaaf. Zo hing er ‘s winters een Ruigpootbuizerd rond in het Bentwoud (zelfs nog één in het Alphense deel), zag ik bij Ede een groepje Europese Kanaries en was het dagje Scheveningen/Noordwijk begin februari ook nog eens goed voor Grote Burgemeesters, Dwerggorzen, een Taigaboomkruiper en Zwarte Ibissen. Half februari vloog een groepje Kraanvogels recht over m’n kamer in Bennekom, vervolgens zag ik half maart een groep Pestvogels in Utrecht en het najaar stikte weer van de Bladkoningen, zowel in Wageningen als in Waddinxveen.

Het was het jaar waarin we alle vier de kiekendieven (bruine, blauwe, grauwe en steppe) binnen de Waddinxveense grenzen hebben gezien, een unicum! Zeetrektellen leverde nog veel meer mooie dingen op, zoals een Noordse Stormvogel en Middelste Jager. Ik zag weer eens een Rode Wouw in Nederland (excursie Limburg) en kon volop genieten van Velduilen in het Bentwoud. Baardmannetjes in de Wageningse Bovenpolder lieten zich als nooit tevoren zien, net als een groepje Fraters bij Bleiswijk aan het begin van het jaar.

Met al deze soorten bij elkaar kwam ik op een totaal van 223, net iets boven mijn beste jaar tot nu toe, 2014, waarin ik 218 soorten zag. Dat zegt ook al wel genoeg. Met dagvlinders kwam ik op 28 soorten, terwijl het aantal libellen op 22 bleef steken.

Verder fotografeerde ik natuurlijk ook genoeg, zoals bijvoorbeeld Grote Lijsters, Zwarte Roodstaarten en Paarse Strandlopers.

hc4a7102-4

Dwerggors; Little Bunting; Emberiza pusilla

hc4a7613-2

Ruigpootbuizerd; Rough-legged Buzzard; Buteo lagopus

hc4a6030-2

Paarse Strandloper; Purple Sandpiper; Calidris maritima

HC4A8963 (2)

Grote Lijster; Mistle Thrush; Turdus viscivorus

Zwarte Roodstaart; Black Redstart; Phoenicurus ochruros

Kortom, Nederland had weer genoeg moois te bieden in 2017!

Maar ook het buitenland was weer prachtig, net als elk jaar eigenlijk. Drie weken Ardèche leverde een indrukwekkend aantal van 8 nieuwe vogels, 17 nieuwe dagvlinders en 2 nieuwe libellen op, plus natuurlijk fantastisch mooie natuur. De eerste week leverde te verwachten nieuwe vogels op als Orpheusspotvogel en Dwergooruil. De tweede week volgen zelfs vier nieuwe: op een hoogvlakte zie ik zowel Roodkopklauwieren en Rode Patrijzen, terwijl een bergwandeling Citroensijzen en een Notenkraker (laatste alleen gehoord) oplevert. Roodkopklauwieren bleken later sowieso wel goed te doen te zijn, want die zag ik nog meerdere keren op ook andere plekken. In de laatste week volgde het absolute hoogtepunt met eerst bij Pont d’Arc een Havikarend en iets later zelfs een Aasgier, die laag over ons heen kwam zeilen. Honderd procent één van de gaafste waarnemingen van het jaar! Daarnaast waren soorten die in Nederland zeldzaam zijn, maar in Frankrijk wel te doen ook volop aanwezig: Kleine Zwartkop, Bijeneter, Bergfluiter, Alpengierzwaluw, Vale Gieren, Waterspreeuw… noem maar op!

Leuke (nieuwe) vlinders waren bijvoorbeeld Gestreepte Heivlinder, Grote Erebia, de indrukwekkend grote Witbandzandogen, prachtig fel gekleurde Morgenrood, en de gave parelmoervlinders als Knoopkruid-, Braam-, Bosrand- en Westelijke Parelmoervlinder. Een geweldige vakantie dus, en zeker niet alleen met fauna, maar ook de natuur zelf was overweldigend mooi met de Gorges de l’Ardèche, droge garrigues en bergachtige landschappen.

HC4A1035 (2)

Bijeneter; European Bee-eater; Meriops apiaster

HC4A1284 (2)

Morgenrood; Scarce Copper; Lycaena virgaureae

Roodkopklauwier; Woodchat Shrike; Lanius senator

Aasgier; Egyptian Vulture; Neophron percnopterus

Een prachtig jaar dus, 2017. Laten we hopen dat ook 2018 weer genoeg moois brengt op natuurgebied, vast wel! Iedereen die het afgelopen jaar de moeite heeft gedaan mijn blog te lezen of te volgen: bedankt! En hopelijk tot volgend jaar.