Pyreneeën I: “Beneden”

Woensdag 13 juni – Woensdag 27 juni

Het is een begrip onder de Wageningse biologen: de Pyreneeën-excursie aan het einde van het tweede jaar. Mits je de goede specialisatie hebt gekozen tenminste. En laat dat nou net zo zijn! Na er al wekenlang naar te hebben uitgekeken, vertrekken we woensdagavond om 19.00 uur voor een 18 uur durende busreis naar de Pyreneeën. Officieel om planten en insecten te leren herkennen en te leren over hun ecologie, maar als je zoveel buiten bent, kunnen de vogels niet achterblijven! We beginnen een vijftal dagen beneden in Leucate, op een camping aan de Middellandse Zee, en vervolgens gaan we naar boven, waar we een week in Bolquère verblijven.

Donderdag 14 juni; Heenreis en vrije middag

Als we na een gebroken nacht wakker worden bij Valence, is de buslijst met vogels al zo’n 40 soorten lang. En dan blijkt het leukste nog te moeten komen, want zelfs vanuit de bus is het leuk vogelen: zo zien we een Roodkopklauwier, verschillende Koereigers, Slangenarenden, twee Zwarte Ibissen, Rode en Zwarte Wouwen, Vale Gieren en als absoluut hoogtepunt zelfs drie Scharrelaars! De eerste komt recht over de bus heen, en de andere twee zien we als we even stoppen bij een tankstation. Wow, die zijn zó mooi, dat was niet echt een verwachte soort.

Als we rond een uur of twaalf aankomen, besluiten we gewoon door te gaan. Met een groep van acht (toch leuk, als er ook onder je studiegenoten vogelaars zijn) lopen we een rondje vanaf de camping. Vale Gierzwaluwen zijn de eerste leuke vogels die we zien; sterker nog, het is zo ongeveer de eerste soort die we zien als we de bus uitstappen. Ze blijken hier zowat algemener te zijn dan gewone gierzwaluwen, en we zien ze dan ook elke dag hier. Eerste doel is een kuifkoekoek in een bosje dichtbij, maar hoe we ook zoeken, die wil niet. Wel vinden we onder andere een Wielewaal en wel zes Hoppen bij elkaar! Rond de lagunes hopen we op leuke grasmussen of leeuweriken, maar door de harde Tramontana (vergelijkbaar met de Mistral) zien we maar weinig. We moeten het doen met een klein aantal Kuifleeuweriken en een Iberische Kwikstaart, maar ja, dat is ‘maar’ een ondersoort. Ook een uurtje de zee checken levert, naast een Jan-van-Gent, helaas niets leuks als een pijlstormvogel op.

Hop; Eurasian Hoopoe; Upopa epops

Vale Gierzwaluw; Pallid Swift; Apus pallidus

Iberische (Gele) Kwikstaart; Iberian (Yellow) Wagtail; Motacilla flava iberiae

Vrijdag 14 juni; Barcarès en Le Franqui

De eerste floradag, en we beginnen aan de kust. Direct een geweldig begin: een Kuifkoekoek vliegt voor ons de weg over, en landt in de duintjes, waar hij zich nog een paar keer leuk laat zien. Gaaf, dat was wel één van de grote doelsoorten! Andere leuke soorten hier zijn een Strandplevier, veel langsvliegende Dwergsterns, een groepje van drie Lachsterns en een heel kort geziene Pasja, sowieso één van de mooiste vlinders van Europa! ‘s Middags gaan we naar een plek aan de andere kant van Leucate, bij Le Franqui. Hier horen we een Kleine Zwartkop roepen, maar door de wind komt ‘ie zijn bosje niet uit. Verder zien we nog wat Kleine Zilverreigers en twee Koereigers, en op de terugweg een Roodkopklauwier op een draad.

‘s Avonds gaan we nog maar een keer zoeken naar de kuifkoekoek. Eerst lopen we even langs een plekje waar Zwarte Spreeuwen zouden zitten, en deze zijn inderdaad heel makkelijk te vinden. Ze vallen prima op met hun paarsachtige glans. Dat is echter niet het hoogtepunt, want een half uurtje later, vlak voor het donker wordt, vinden we opeens een jonge Kuifkoekoek, die zich werkelijk geweldig mooi laat zien. Even later komt er ook nog een adult overvliegen, en horen we ze ook nog roepen. Wow, wat zijn die beesten gaaf zeg!

Zwarte Spreeuw; Spotless Starling; Sturnus unicolor

Kuifkoekoek; Great Spotted Cuckoo; Clamator glandarius

Zaterdag 16 juni; Estagel

Na een floradag komt een faunadag, en dus is het insecten vangen bij Estagel, langs de beekjes en tussen de wijngaarden. Hier vallen vooral de Nachtegalen en Cetti’s Zangers op, die hier overal blijken te zingen. Verder zitten hier ook heel wat Europese Kanaries, Cirlgorzen en Wielewalen, en komen er meerdere Slangenarenden heel mooi overvliegen. Ook qua vlinders en libellen is het hier goed toeven: we vinden meerdere Resedawitjes, een Dwergdikkopje en zelfs een Klein Tijgerblauwtje, terwijl de libellen goed vertegenwoordigd zijn met Grote Tanglibel en Koperen Beekjuffer als nieuwe soorten, en verder ook Witte en Oranje Breedscheenjuffer, Kanaaljuffer en veel Kleine Tanglibellen en Vuurlibellen. Heel vet zijn ook de bidsprinkhanen die door meerdere mensen gevonden worden, vooral de grote!

‘s Avonds kijken we nog even over zee, waarbij we beseffen dat alle ‘zilvermeeuwen’ hier natuurlijk Geelpootmeeuwen zijn… verder ook veel Dwergsterns en een leuk groepje Zwartkopmeeuwen, terwijl er ook een Alpengierzwaluw over de camping heen komt.

Slangenarend; Short-toed Eagle; Circaetus gallicus

Empusa pennata; Conehead Mantis

Zondag 17 juni; Château de Peyrepertuse

De volgende dag doen we weer flora, en dit keer op de heuvel van het Château de Peyrepertuse, een oud kasteel van de Katharen, gebouwd bovenop de heuvels van de Corbières, vanwaar het uitzicht echt prachtig is. Het zijn vooral de nog steeds bloeiende orchideeën die hier enorm gaaf zijn; soorten zoals Grote Muggenorchis, Poppenorchis, Brede Wespenorchis, Bokkenorchis, Bijenorchis en de Lange Tongorchis. Hiermee hebben we geluk, want normaal zijn ze allang weg, maar door het koude voorjaar zijn ze pas laat gaan bloeien. Vogels zijn hier niet heel erg interessant, hoewel Vale Gieren, Rotszwaluwen en Alpengierzwaluwen uiteraard nooit vervelen. Helemaal aan het einde lukken dan opeens drie nieuwe vlinders, namelijk Moerasparelmoervlinder, Spaanse Eikenpage en Wegedoornpage.

‘s Avonds, als we nog even de zee in gaan, zien we Dwergsterns en Zwartkopmeeuwen recht over ons heen vliegen, dat hebben we ook niet zo heel vaak!

Château de Peyrepertuse

Lange Tongorchis; Long-lipped Serapias; Serapias vomeracea

Maandag 18 juni; Gorges du Lavail

Na vier dagen is het alweer de laatste faunadag van de eerste week, en deze is dit keer in de Gorges du Lavail, een hele mooie kloof, uitgesleten door het riviertje de Lavail. Het zijn hier vooral de pages die enorm goed vliegen, en dan met name Essenpages en Spaanse Eikenpages, beide voor mij nog nieuwe soorten, maar hier vliegen ze met tientallen rond. Maar daar blijft het niet bij, want ook Kardinaalsmantel en Snuitvlinder zijn beide soorten die ik nooit eerder had. Libellen vliegen er ook genoeg: Oranje en Witte Breedscheenjuffers, Plasrombouten, Grote Tanglibellen en vooral heel gaaf, Bronslibellen, die zich hier bijzonder makkelijk laten zien. Qua vogels is het niet zo interessant, hoewel er wel overal Bergfluiters aan het zingen zijn. Verder leuke dieren zijn onder andere de vele Catalaanse Muurhagedissen en een Adderringslang!

Bronslibel; Orange-spotted Emerald; Oxygastra curtisii

Essenpage; Spanish Purple Hairstreak; Laeosopis roboris

Catalaanse Muurhagedis; Catalonian Wall Lizard; Podarcis liolepis

Dinsdag 19 juni; Reisdag naar ‘boven’

Voordat we met de bus vertrekken richting de tweede locatie, lopen we nog een rondje op de parkeerplaats van de camping, waar blijkbaar Kleine Zwartkoppen moeten zitten. Dit klopt, en ze laten zich nog leuk zien ook, eindelijk dus. Ook grappig is een Muurgekko, waarvan we er ‘s avonds al meerdere hadden gezien, maar zo mooi als deze overdag was het nog niet gelukt.

Voordat we aankomen op de locatie, krijgen we nog een paar uur de tijd in Villefranche-du-Conflent, een dorpje zo ongeveer op de helft van de reis. Dit is een klein, maar heel mooi vestingdorpje, met ook een groot fort uitkijkend op het dorpje en de omgeving. Al bij het uitstappen van de bus zien we met meerdere zingende Orpheusspotvogels de eerste leuke soort. Na eerst door dit dorpje heen te hebben gelopen, willen we een stuk de heuvel op, kijken of dat nog wat is. Maar eerst vliegt er plotseling een Aasgier boven ons, met een Vale Gier in zijn kielzog. Die hadden we niet helemaal verwacht van te voren! Ook het naar boven lopen levert genoeg leuke dingen op. Zo vliegen er langs de stadsmuur vele Snuitvlinders, vliegen er een aantal Cleopatra’s en een Wegedoornpage en lukt er met Spaans Oranje Zandoogje zelfs weer een nieuwe soort. Verder zingen hier meerdere Cirlgorzen en vooral heel veel Bergfluiters, maar het hoogtepunt is absoluut een Europese Zwarte Schorpioen! Niet zo’n hele grote, maar wel supergaaf om eens in het echt een schorpioen te zien.

Ook als we aankomen in Bolquère, gaan we nog even door met vogelen. Daar gaat het direct lekker: al na een paar minuten vinden we een Boswitje, een Zilvervlek (nieuw!) en zelfs drie Citroensijzen, die langs de rand van de weg een beetje aan het rondscharrelen zijn. In het naaldbos is het wat minder interessant, maar zit het wel vol met Zwarte Mezen en Kuifmezen, zien we twee Reeën weg sprinten en vinden we één Kalkgraslanddikopje. Een leuk begin van de tweede excursieweek, dus dat belooft nog wat!

Kleine Zwartkop; Sardinian Warbler; Sylvia melanocephala

Muurgekko; Common Wall Gecko; Tarentola mauritanica

Snuitvlinder; European Beak; Libythea celtis

Hop bij Ackerdijk!

De laatste weken zit er een goed zichtbare Hop bij de Ackerdijksche Plassen. Deze prachtige soort heb ik, zelfs op vakanties in Frankrijk, nog nooit gezien. Dit is toch wel een soort die heel hoog op m’n lijstje staat om nog eens van dichtbij te zien. Aangezien ook een herhaling naar de Meenatortel/Oosterse Tortel nog wel nodig was, was de keuze snel gemaakt.

Iets over negenen staan m’n opa en ik dan ook in Vlaardingen op de parkeerplaats waar de tortel de afgelopen dagen regelmatig gezien werd. Het is overigens nog lang niet zeker welke soort het is. Nadat ik hem op Oudejaarsdag al slecht gezien had, is hij de dagen daarna massaal bekeken door vogelaars. Er ontstond echter al snel twijfel of het nou een Meenatortel of een Oosterse Tortel zou zijn. Wat het is, blijft nog even in het midden, maar er is genoeg reden om hem nog een keer te willen zien.

In de ongeveer anderhalf uur dat we op de parkeerplaats staan en wat rondlopen in de buurt, wordt elke duif bekeken, maar het lukt ons niet om de duif waar het om gaat in beeld te krijgen. Een torenvalk is de enige ‘leuke’ soort die we te zien krijgen. Rond kwart voor elf besluiten we daarom om te vertrekken naar de Ackerdijkscheweg, waar de hop zou zitten. (Later op de dag zou de tortel toch nog worden gevonden, maar ja, te laat voor ons.)

Na een half uurtje rijden komen we in de polders aan, waar ons al direct verteld wordt waar we de hop kunnen bekijken. Met windkracht 8 in de rug is het eindje lopen zo gedaan, en op het erf van een zeer gastvrije bewoner zien we al meerdere vogelaars staan, die de hop direct aanwijzen. Even later vliegt deze ongelooflijk mooie vogel een schapenweitje op, waar hij zich een tijdje prachtig laat zien.

hop 009 - kopie

Hop, Eurasian Hoopoe, Upupa epops

Het duurt niet lang voordat hij een slootje in duikt, maar van de eigenaar krijgen we toestemming om dit weitje op te gaan. Als we (O.a. Ben van den Broek) rustig naar de hop toelopen, krijgen we hem uiteindelijk op maar een paar meter van ons vandaan geweldig te zien.

hop 029 - kopie

Hop, Eurasian Hoopoe, Upupa epops

hop 027 - kopie

Hop, Eurasian Hoopoe, Upupa epops

Als hij uiteindelijk begint te foerageren, besluiten we wat afstand te nemen om de vogel zijn rust te geven. Hij ziet er namelijk niet al te best uit. Het grootste deel van de tijd zit hij stil op de grond. Niet echt gedrag dat bij een hop hoort. Niet veel later vliegt hij een hekje op, waar hij zich ook een tijd lang weer geweldig laat zien.

hop 040 - kopie

Hop, Eurasian Hoopoe, Upupa epops

hop 044 - kopie

Hop, Eurasian Hoopoe, Upupa epops

Na een tijdje begint hij weer actief te foerageren. Na dit nog even te hebben bekeken, besluiten we weer te vertrekken, met één van m’n droomsoorten in de pocket.

hop 022 - kopie

Hop, Eurasian Hoopoe, Upupa epops